Een gepassioneerd Koreaans stel geeft zich over aan hete intimiteit langs de weg. Hun Aziatische allure glanst terwijl ze elkaars lichamen verkennen, hun gekreun galmt op het afgelegen Koreaanse platteland, hun liefde voor elkaar voelbaar.
In het hart van Korea besluit een gedurfd stel hun relatie op de meest gedurfde manier op te fleuren. Ze zijn niet bang om de maatschappelijke normen te overtreden en zich uit te leven in hun vleselijke verlangens direct op de snelweg. De sensatie van betrapt worden draagt alleen maar bij aan hun opwinding, waardoor hun lichamen zinderen van verwachting. De man, een Koreaanse hengst, neemt het stuur terwijl zijn minnaar, een verbluffende Koreaanse schoonheid, achter hem zit, haar handen verkennen haar eigen verlangens. Ze schuwt niet om hem te laten zien wat ze wil, haar elke beweging een bewijs van hun gedeelde passie. De man plaagt op zijn beurt haar, raakt zijn rillers aan haar ruggen. De passie slaat af, hun bedrog galmt in de opsluiting van de karreuze auto's. Ze zijn bang om hun wereld te verlaten en hun Koreaanse auto's voorbij te laten gaan. Dit is een gevaar voor het Koreaanse stel om hun wilde kant op te gaan, hun wilde kant is niet te vrezen.