Rin Kose, een verbluffende Japanse schoonheid, wordt geconfronteerd met een fout uit het verleden in een professionele omgeving. Overweldigd door wroeging zoekt ze verlossing door haar uitzonderlijke vaardigheden, wat leidt tot een gepassioneerde uitwisseling.
In het rijk van professionele intimiteit zit Rin Kose doordrenkt van spijt, haar hart zwaar van berouw. Deze onberispelijk verzorgde Aziatische schoonheid, met haar zijdezachte huid en amandelvormige ogen boordevol verdriet, zit op haar knieën, klaar om te verzoenen. Haar naam resoneert in de lucht, een bewijs van haar onschuld en zuiverheid. Met een lucht van nederigheid biedt ze haar meest heilige schat, een blijk van haar smaad. Dit is niet zomaar een man, maar een medekenner van vleselijk genot, die getuige is geweest van haar vurigheid en passie. Het tafereel van intimidatie verandert in een vertoning van spijt, tot in detail. De uitnodigende kracht van haar minachting, de zachte verkiezing van elk detail, is een zachte weergave van haar vernederende kracht, ze is geladen met het ritme van haar heupen, geladen om hem te plezieren met een zwaar ritme, maar een lichtend voorgevoel. Dit is geen simpel ritme om hem te laten zweven, maar een rauwend voorgevoel om hem in de lucht te laten hangen. Het ritme van de zwaar belastende camera hangt niet alleen maar een simpel ritme, de kracht van haar verlangen hangt gewoon in de lucht.